Hai lief kleintje
Jeetje daar ben je dan eindelijk! Wat een reis hebben wij gemaakt hè? Al die maanden samen, jij en ik. We deelden een lichaam en waren onlosmakelijk verbonden met elkaar. Jij voelde wat ik voelde en liet duidelijk merken wat je daarvan vond. We sliepen samen, we dansten samen, we aten samen (jij iets later dan ik), we huilden samen en we lachten samen. Samen konden wij de hele wereld aan. Jij veilig in mijn buik, lief kleintje. Toen je nog in mijn buik zat schreef ik ook brieven aan je, die lees je hier en hier.

En wat ging alles goed hé? Mama voelde zich goed en bij elke controle kregen we te horen dat alles in orde was. Wat was ik trots zeg. Op mezelf, op mijn mooie buik, maar ook op jou, lief kleintje, dat je zo goed groeide. Je had alleen absoluut geen haast, want met 40 weken zat je nog steeds in mama’s buik. Ook de 41 weken en uiteindelijk de 42 weken tikten we aan en jij bleef zitten waar je zat.
Twee dagen na je uitgerekende datum (een concept dat wat mij betreft echt de prullenbak in mag samen met de zogenaamde ‘roze wolk’) krijg ik voorweeën. Wat een blijheid, wat een genot, waar zijn de slingers?! Eindelijk is het moment van onze ontmoeting dan dichtbij, ik kan haast niet meer wachten. Met het verstrijken van de dagen zo hopelijk ook mijn baarmoedermond, maar helaas.
Twee weken lang zitten we in spanning en toch best wel wat ongemak, want hallo, gaat er nog wat gebeuren of niet? De blijheid maakt plaats voor vermoeidheid en frustratie. Elke avond gaan we naar bed met het idee dat ‘dit het wel eens kan zijn’ en elke ochtend worden we teleurgesteld wakker. Weer geen baby. Zelfs de vroedvrouw snapt er niets meer van.
Paniek
Als we de 42 weken naderen bereiken we de magische medische paniekgrens. Er wordt gesproken over het inleiden van de bevalling en we gaan op gesprek bij het ziekenhuis. Ze doen wat controles en alles is, uiteraard, weer dik in orde. Ik had niet anders verwacht lief kleintje. Het medisch personeel wil toch nog een echo maken om te checken of er nog genoeg vruchtwater is. Het stomme is, dat je dat eigenlijk helemaal niet goed blijkt te kunnen zien op een echo, maar oké, wist ik veel. Het medisch personeel denkt te zien dat er weinig vruchtwater is en wil ons het liefst zo snel mogelijk inleiden.
Omdat ik geloof in de kracht van mijn eigen lichaam (en in jou natuurlijk lief kleintje) besluit ik dit niet te doen. Wel ga ik akkoord met dagelijkse controles, gewoon voor de zekerheid. Had ik dat achteraf gezien misschien toch niet moeten doen? Who knows. De controles zijn iedere keer weer dik in orde. Mijn bloeddruk is goed, jouw hartslag is goed, alles is gewoon goed. En toch ziet het medisch personeel reden genoeg om aan te blijven dringen op een inleiding. Waarom is mij een raadsel.
We proberen van alles om de bevalling op gang te brengen; stuiteren op een balansbal, pittig eten, 10 kilometer lopen in twee dagen, bitter lemon drinken, strippen (niet de leuke variant waarbij iemand z’n kleren uittrekt) en acupunctuur. Niets helpt en de voorweeën zijn inmiddels helemaal afgenomen. Langzaamaan begin ik de hoop op een natuurlijke bevalling te verliezen. Daarbij ben ik ook gewoon doodmoe, die twee weken zonder resultaat hebben me mentaal opgebroken en het echte feest moet nog beginnen! Ook ben ik bang. Gemaakt door het ziekenhuis, maar toch. Ik ben bang dat er iets met jou misgaat en heel eerlijk lief kleintje, ondanks dat ik je nog niet had ontmoet, zonder jou had ik niet verder willen leven.

En toen was je er
Nou zo snel ging het niet hoor lief kleintje. Uiteindelijk heb ik me over laten halen door het ziekenhuis. Een inleiding dus. Niet omdat ik dat zo graag wil, maar omdat ik moe ben en ik jou gewoon wil ontmoeten. Met 42 weken en 2 dagen melden we ons op zaterdagavond bij het HMC Westeinde. We worden naar een ‘sfeervolle’ bevalkamer gebracht en het feest kan beginnen.
Och lief kleintje, wat zou ik hier graag vertellen hoe mooi jouw geboorte was. Hoe ik het deed op eigen kracht omringd door niets anders dan liefde en veiligheid. Helaas ging het allemaal net iets anders. Ik zal je de details besparen, maar alles waarvan ik van te voren zei ‘dit wil ik niet’ is werkelijkheid geworden. Natuurlijk, als jouw leven in gevaar was geweest had ik direct al mijn principes over boord gegooid, maar dit is nooit het geval geweest.
Bij elke CTG die gemaakt werd, en geloof mij als ik zeg dat het er veel zijn geweest, was alles dik in orde met jou. Bij het breken van de vliezen kwam er een partij water mee, de zondvloed is er niks bij. Wat nou te weinig vruchtwater?? Je had hier nog weken, wat zeg ik, maanden in rond kunnen dobberen. Alleen bij het laatste stukje, je daadwerkelijke geboorte, had je het even moeilijk lief kleintje. Dit schijnt normaal te zijn, het is namelijk nogal wat; geboren worden. Het medisch personeel vatte dit echter op als nog meer reden voor haast en spoed. Hallo knip en hallo vacuümverlossing.
Hoi lieve, lieve kleine
Maar dan ben je er echt lief kleintje, na wat voelt als weken (en stiekem ook telt als weken) lig je dan eindelijk op mijn borst. Een klein, glibberig wezentje met een kop vol haar en enorm lange benen. Wauw. Je beneemt me direct de adem en even kan ik niets uitbrengen. Daar ben je dan eindelijk en wat ben je mooi! Ik kijk en ik ruik en ik verwelkom je met de eerste moedertranen. Je bent er! Ik vergeet alles om mij heen, de pijn, de mensen, het felle licht, de ongezelligheid. Het enige wat telt zijn wij, jij en ik, nog steeds verbonden met elkaar, maar niet meer in één lichaam.

In alle gekkigheid vergeet ik dat ik helemaal niet weet of je een jongen of een meisje bent en op dat moment zegt iemand dat we zelf je geslacht willen ontdekken. We kijken, een meisje, wauw. Een perfect, klein, lief, mooi meisje. We noemen je Quinn Maria van der Meer, maar voor altijd blijf je mijn lieve kleine. Ze zeggen wel eens dat je alle pijn en narigheid van de geboorte vergeet op het moment dat je, je kindje voor het eerst ziet en ik kan nu naar alle waarheid zeggen dat dit echt zo is, al is het maar voor een seconde. Niets maakt meer uit, mijn wereld is perfect en compleet met jou erin.
De eerste uren, en eigenlijk de eerste dagen van jouw leven zijn spannend en uitdagend. Op bepaalde momenten laat je papa en mama echt even in spanning zitten. Gelukkig hebben we een superlieve vroedvrouw en kraamverzorgende die er alles aan doen om ons, ondanks alles, een goede start te geven. De kraamweek vliegt voorbij en op het moment van schrijven ben je alweer bijna 6 weken op aarde.
Lief kleintje, je maakt het ons niet altijd gemakkelijk met je temperament, maar ik kan me geen leven meer zonder jou voorstellen. Jij bent degene die mijn ogen opende, die mij leert om geduldig te zijn, die mij uit mijn hoofd naar mijn hart brengt. Degene die mij mama maakte in al haar kwetsbare en zachte schoonheid. Nooit heb ik geweten dat ik zo kon liefhebben, zoveel van iemand kon houden dat het pijn doet. Want dat doe ik lief kleintje, nu, straks, voor altijd.
Heel mooi ❤️
Oh,wat mooi geschreven Leni.Ik heb het met tranen in mijn ogen gelezen,zo aandoenlijk en mooi!♥️♥️