
Verfspetters, hallo terpentinegeur, hallo kwasten met loslatende haren, hallo koffie overdosis. In mijn vorige blog konden jullie lezen dat wij bezig zijn met het ‘verkoopbaar maken’ van ons huis. Benieuwd hoe dit tot nu toe gaat? Lees dan snel verder!
De laatste drie weken zijn mijn dagen gevuld geweest met het uitzoeken van spullen, het wegbrengen van spullen naar de kringloopwinkel, ritjes naar de berging, opruimen en lichtelijk in paniek raken omdat er te weinig tijd lijkt te zijn. De afgelopen dagen ben ik druk in de weer geweest met het schilderen der verwarmingsbuizen en dat is me nogal een klus zeg…
Begrijp me niet verkeerd, ik vind klussen helemaal niet erg, sterker nog, vaak vind ik het leuk. Schilderen bijvoorbeeld vind ik ontspannend. Dat klinkt misschien gek, maar ik zal het even uitleggen. Ik ben namelijk een beetje een kluns. Het laatste wat ik wil tijdens het schilderen is verf krijgen op plaatsen waar het niet hoort te zitten of van de ladder afvallen, omdat ik niet kijk waar ik mijn voeten zet. Dus doe ik alles met extreme voorzichtigheid. Mindful bezig zijn met schilderen zorgt ervoor dat ik geen tijd heb om na te denken of te piekeren, heerlijk.
Verwarmingsbuizen zijn daarentegen een heel ander verhaal. Wat een lelijke dingen zijn dat eigenlijk zeg. Toen wij het huis kochten waren ze al een doorn in het oog en zeiden we tegen elkaar dat we die buizen maar snel wit moesten verven, want dan vielen ze niet zo op. Zoals dat wel vaker gaat bij ons zijn ze nu, ongeveer drie jaar later, dan eindelijk wit. En mooi dat het is! Nah, hadden we veel eerder moeten doen.
Het verven zelf is echt een uitdaging. Die buizen zijn namelijk rond (ja echt). Ook is één kant van de buis standaard niet te bereiken met een rechte kwast of een roller, omdat er een muur of plafond in de weg zit. Nu wist ik gelukkig van het bestaan van ‘bokkenpootjes’, van die kwasten met een knik erin zodat je om een hoekje kan verven. Maar zelfs met zo’n bokkenpootje is het lastig.
Op een gegeven moment sta ik met één voet op de ladder, met één voet op het aanrecht, mijn lijf in een rare kronkel gewrongen en mijn gezicht tegen de muur gedrukt om maar bij dat achterste stukje van de buis te komen.
Op dat moment vervloek ik alle verwarmingsbuizen, wat een ondingen zijn dat zeg! En dan heb ik het nog niet eens over die irritante ijzertjes waarmee ze aan de muur zitten. Die dingen zijn nog veel erger dan buizen! Op geen enkele mogelijke manier zijn die dingen een beetje netjes te verven. Ja, misschien als je het hele gebeuren demonteert en bij een specialist laat spuiten ofzo, maar niet te doen voor de huis, tuin- en keukenklusser.
Voordat het hele schilderavontuur begon stond ik trouwens nog voor een dilemma. Verwarmingsbuizen schilderen is één ding, maar die buizen zitten aan elkaar en aan de muur vast met van die koppelstukjes en nu weet ik toevallig dat als je die shit eenmaal aan elkaar vastplakt met verf, het een ramp is om ook weer los te krijgen. Tsja, wat doe je dan? To plak or not to plak? Ze niet schilderen is een optie, maar dat ziet er niet uit. Dus ging ik voor de ‘fuck it, niet mijn probleem’ optie. Lekker vastplakken die handel!
Op het moment dat ik het eerste koppelstuk verf heb ik spijt. Wat een hel om te schilderen zeg, maar ik kan nu niet meer terug. Ook voel ik me een beetje lullig, omdat ik de CV monteur die deze rotzooi ooit los van elkaar moet halen al vloekend en tierend voor me zie. Doordat ik de kwast op zo’n rare manier vast heb om bij die onmogelijk bereikbare stukjes te komen krijg ik kramp in mijn hand. Als ik mezelf vervolgens tot drie keer toe bijna in mijn oog steek met de achterkant van de kwast besluit ik dat het tijd is voor pauze.
Net heb ik de laatste stukjes in de keuken geschilderd en stiekem ben ik best trots op mezelf. Mijn handen hebben er beter uitgezien, ondanks dat ik handschoenen heb gedragen. Mijn haar is stoffig, ik heb spierpijn in mijn armen en schouders, ik ruik naar zweet en dat is allemaal prima, want het resultaat mag er zijn!
Bij dezen wil ik gelijk mijn verontschuldigingen aanbieden aan de CV monteur die de boel ooit uit elkaar moet gaan halen. Dat gaat niet gemakkelijk worden! Misschien willen de toekomstige eigenaren de boel verbouwen en dan verdwijnen de buizen logischerwijs achter de muren. Tenminste, daar zou ik voor kiezen. In dat geval, sorry, sorry, SORRY meneer de CV monteur!
Nu zit ik op de bank met een kamille theetje Criminal Minds te kijken. Als ik om me heen kijk zie ik mijn huis en een paar van mijn vertrouwde spulletjes. Ik zie echter nog geen huis wat geschikt is voor de verkoop of wat erg fotogeniek is. Ik zie rommel en viezigheid van het verven. Ik zie mogelijkheden en wat er allemaal nog gedaan moet worden. Ik zie tijdnood en ik denk ‘nou en’. Dan is het maar niet perfect, dat hoeft ook helemaal niet. Fuck die drang naar perfectionisme.
En met die wijze woorden sluit ik dit stukje af. Bedankt weer voor het lezen en heb een fijne avond!
Liefs